Dit is echt te gek voor woorden. Een zee zo mooi, een branding die bijna niet mooier kan en dan zo verschrikkelijk weinig zeebaars. Niet te geloven! Doe ik ook niet en afgelopen dinsdag togen Frank en ik nogmaals naar het strand. Als zaterdag al mooi was en zondag nog mooier dan was dinsdagavond het mooist. Echt waar! Een schitterende bank waar we op konden staan, een prachtige branding en een windje die ook nog eens helemaal klopte. Uit het zuidwesten. Één aanbeet, een bot. Snappen jullie het nog? Jan en Nico stonden voor de Deining en hadden ook samen één aanbeet. Een zeebaarsje.
Vandaag was zo’n dag dat je dacht, het kan, maar het kan ook verkeren. Ik denk dat we van beide een portie hebben gehad. Eerst iets over het decor. Het was zo’n zeetje met een ondefinieerbare deining. Je weet wel, waar zit die bank nou. Geen branding, oh ja toch wel een beetje, oh nou is hij weer weg en toen ineens wind, iets meer wind, veel wind en toen leek het wel of iemand een deur had open gezet. Sjezus wat een wind. Houd ik gelijk over op, we hebben al genoeg windverhalen. Je zou er winderig van worden. Maar dat terzijde. Hengeltjes opgetuigd en precies om negen uur een klere eind ingepleurd. Was een gouden zet, want om kwart over negen kon ik de eerste 17 centimeter op de meetlat leggen. Klinkt gek, maar ik kreeg mijn visje niet in de zon en het bleef maar in de schaduw. Snapte er eerst niets van, maar toen ik een beetje om mij heen keek, zag ik dat Peter Zijp een kneiter van een bot aan de lijn had. Die van hem was gelijk goed voor 31 hele centimeters. Vandaar dat die van mij in de schaduw bleef…
Een enorme schol! Klopt ook niet!
Toen bleef het stil. Heel lang stil. De wind trok aan, de branding werd steeds mooier, maar toch bleef het stil. Nou ja, bijna dan. Heel stiekem had broer Léon ook een visje de kant opgetrokken. En zwager Ronald ook. Dikke botten! De een was 15 centimeter en de ander 14 centimeter. Zelfs samen nog niet eens goed voor een mooie vloermat. Hans Welp kwam nog even buurten en wist mij te vertellen dat zijn zoon Peter een zeebaars van 45 centimeter had gevangen. Zie je? Dat klopt dus ook niet. Die gozer woont in Almelo en kan helemaal niet zeevissen! Zwemt er één zeebaars van over de 40 centimeter, pakt ie die verroeste haak van die gozer uit Almelo. Snappen jullie het nog? Ik niet. Sta ik daar de afgelopen week de sterren van de hemel te vissen en pak ik welgeteld één zeebaarsje en één botje, komt die gozer een weekend over en pakt hij gelijk die ene flinke zeebaars. Wel gegund, maar het klopt niet…
Marcel Gons keek om zich heen en zei nog tegen Erik, er klopt iets niet. Waar eerst de horizon gespleten werd door zijn hengel stond nu niets meer. Een diepe groef in het zand liet zien waar die hengel, inclusief molen, gebleven was. In het water! We kunnen allemaal stom kijken, maar Marcel ook hoor. Weg! Mijn hengel is weg! Gelukkig was het zo’n goedkoop holglashengeltje en zagen ze hem door het pierenbad heen zijn weg zoeken. Erik zette zijn bril nog eens recht en pleurde zijn lood over die hengel heen. Hengel gered, onderlijn weg. Ahhhhhhhhhh, zei Erik, ik denk een zeebaars van anderhalve meter. Marcel dacht zelf meer aan een kitesurfer. Ik ook…
Is er nog meer gevangen? Hielke kennende zal die hier het meest naar uit zien. Gelukkig wel, wat ik terloops heb opgevangen, waren er toch nog zo’n 14 vissers die een visje de kant op wisten te trekken. Die gastvisser uit Almelo, Peter Welp, een oud clublid en dus helemaal niet zo’n leek, had met die zeebaars van 45 centimeter wel de grootste vis en dus ook de dagprijs. Super en best wel geinig dat als je een keertje overkomt en lekker komt vissen ook nog eens de meeste centimeters weet te vangen. Jammer is natuurlijk wel dat als Peter zijn waardebon gaat verzilveren hij eerst een tank benzine moet leegrijden om hier te komen. Eigen schuld dikke bult. Sjaak Tessel had een tongetje en een botje, samen goed voor 43 centimeter en de tweede plaats in het dagklassement. Willem Olbers stond weer eens te vissen naast zijn eigen, shit hoe zeg ik dat nou, maakt ook niet uit. Die plek was goed voor twee visjes en 24 centimeter en daar pakte hij de derde plek mee. Rob Jongkind had zijn zoon meegenomen en gelijk heeft hij die jongen even laten zien hoe het moest. Kijk jongen, zei hij, dit is een zeebaars van 39 centimeter, wil jij ook meedoen dan moet je die vangen. Is zijn zoon niet gelukt, maar Rob was wel weer eens vierde. Op de vijfde plek eindigde Gerard Groentjes met 35 centimeters. En om het verhaal toch nog een leuke wending te geven, kan ik nog vermelden dat Marcel Gons met die “zwemmende” hengel toch nog 32 centimeter aan vis wist te vangen. Hij werd daarmee zesde in het dagklassement.
Niet de zeebaars van Peter of Rob, maar wel een hele mooie!
Zij die er waren, weten het nu. Willem Olbers stopt met de wedstrijdcommissie. Willem en ik hebben een tijd geleden de wedstrijdcommissie overgenomen van Piet Ooms en er van gemaakt wat het nu is. Toen Piet het deed was het al top en volgens mij is het dat nu nog. Zelf ben ik er anderhalf jaar geleden uitgestapt en Willem volgt nu. Al wie naast Willem stond, stond in de schaduw van Willem. Organisatorisch soms wat chaotisch, maar altijd prominent aanwezig. Eerlijk, recht door zee en altijd een luisterend oor. Wilde het ook altijd iedereen naar de zin maken. Zo was ik niet, maar Willem wel. Willem stopt, Paul neemt het over. Ik begrijp Willem, maar zo’n topper zullen we niet gauw meer krijgen. Heeft er nog iemand een mop? Willem bedankt en Paul super dat jij de kar wilt trekken. Oh eh Willem………., tussentijds vertrekken is niet slim. Een bedankje op de jaarvergadering loop je daardoor wel mis! Ik weet er alles van…
Terloops ving ik ook nog op dat Yvonne aan het informeren was of er interesse was voor de luilakavondwedstrijd. De details, wanneer is het luilakavond?, weet ik nu nog niet, maar als ik die weet, zal ik het op de site zetten. Rest mij niets anders dan om te zeggen dat de volgende wedstrijd op 5 juni 2011 wordt gevist. Gewone tijd en de locatie hebben we ook intact gelaten. See you… Oh ja, voor de intimi, heeeeeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeel toppers zijn er dan niet. Ik wel en mijn zwager ook, maar voor de rest…