Krabben…!

Krabben…!

Feit is namelijk dat als de watertemparatuur van het zeewater daalt garnalen en andere kleine kreeftachtigen massaal het diepere water opzoeken en daarmee de vis, welke die kleine beestjes op het menu hebben staan, meenemen. Meestal kiezen ze dan zo’n lokatie die wij als strandvisser “net” niet kunnen bereiken. Zelfs de surfcasters binnen onze vereniging De Salamander weten ze dan ook niet meer te bereiken. Tijdens dit soort wedstrijden ben je spekkoper als jij er wel een weet te vangen, maar echt gericht ergens op vissen, is dan echt niet meer mogelijk. Is vandaag zo’n dag of…?

Nou, mooi niet! Vandaag is zo’n dag, en dat kan ik nou al vast wel verraden, waar menig visser met genoegen aan terug denkt. Vis, vis en nog eens vis. Bot, wijting, een enkele schar en zelfs een paar gulletjes. Dikke botten waarvan sommige zelfs de lengte van 30 centimeter ruim overtreffen. De wijting, schar en gul is klein. Een uitschieter, Willem Olbers had een gul van 48 centimeter.

Een mooie wijting én een heel gek neefje!

Een mooie wijting én een heel gek neefje…

Gelijk na aanvang zie ik de hengel van mijn zwager Ronald al heen en weer vliegen. Een kort gevecht en de eerste wijting is een feit. Dat beloofd wat voor de resterende uren. Helemaal als je bedenkt dat wijting in enorme scholen voorbij kan trekken en zich helemaal te buiten kan gaan aan enorme vreetorgies. Helaas vandaag niet, maar er worden toch over de hele wedstrijd gezien redelijke hoeveelheden wijting gevangen. Weer vliegt de hengel van Ronald heen en weer en nu weet hij een bot te vangen. Mijn neefje Robin ziet ook wat en gaat voor de zekerheid toch maar even kijken. En warempel, ook hij vangt een bot. Nahhhhhh, als die ze vangt, gaat het met mij vast wel goed komen. Kom op zeg, ik ben toch een topper…

Robin met een schitterende bot!

Een bot en een zeester. Dan ben je pas een echte visser!

Broer Léon komt met zo’n “vals” gezicht even informeren hoe het bij ons gaat en terloops weet hij nog te melden dat ook hij zijn eerste vis binnen heeft. Oh ja, en Arie Brakenhof ook. Ik nog niet. Toch maar even verkassen, ik denk dat ik in een “brak” stukkie water sta te vissen. Hé dat is geinig, heb ik bij het binnen draaien toch nog een vis vals gehaakt. Keurig achter de kieuw en op de kant valt hij er pardoes weer af. Zat dus niet echt vast, maar ik heb hem wel gemeten, want vis is vis!

Dat vermaledijde kereltje Robin gaat gewoon door en alras weet hij zijn tweede vis te landen. Weer een bot en hij wordt steeds maar trotser en trotser. En irritanter! Hoe je moet vissen, mag ik ze leren, maar één ding lijken ze wel te kennen vanaf het moment dat ze een hengel in de hand nemen. En dat is zuigen! Je kent dat wel: “heb jij al wat Cor?”, “hoeveel centimeter heb jij Cor?” of “hoeveel vissen had je ook alweer Cor?”. De hele wedstrijd door. Alleen vis kan mij nog redden! Gelukkig draai ik op dat moment een doublet botten binnen en is die ene hoek gelijk stil. Heerlijk die rust…

Zeevissen bij Castricum aan Zee!

Ronald draait alweer een bot binnen!

Na drie uurtjes vissen, heb ik vier vissen, net zoveel als mijn neef Robin, maar gelukkig heb ik de meeste centimeters. Léon heeft er vijf, Ronald heeft er drie en Peter Zijp heeft er twee. De hoek waar Arie staat te vissen, heeft minder. Dus het langzame rijk rekenen komt weer langzaam bij mij op. Na tweehonderd meter achterop de tractor stort dat ook zo weer in. Helemaal als je hoort dat Henk Castricum heerlijk heeft staan vissen en vis na vis wist te landen. Co Molenaar idem dito, Hielke Boomsma idem dito, Jan Vonk idem dito. Moet ik nog even doorgaan? Er zijn gewoon vrachten met vis gevangen en de meters vliegen mij links en rechts om de oren. Sjonge wat ben ik blij dat ik nog wat heb gevangen…

In het clubhuis hoor ik dat Jan Vonk 367 centimeter aan vis wist te landen. Willem Castricum 320 centimeter, Willem Olbers 261 centimeter, Henk Castricum 247 centimeter, Nico Mooij 228 centimeter en de laatste die met een cadeaubon naar huis toe gaat, is Remco Machielse met 211 centimeter. Ik snap nu de teleurstelling van Hielke een beetje. Één vis meer en hij was zesde geweest, nu moet hij het doen met een negende plek. Zelf krijg ik 22 punten aan mijn broek. Na de vorige wedstrijd was ik nog gestegen in het algemeen klassement, nu donder ik weer naar beneden. Het lijkt de beurs wel.

Paul Hollenberg wenste zijn vader en ook ons een bijzonder “visarme” dag. Hij was namelijk verhinderd en hoopte op niet teveel schade. Nou Paul, het is al met al nog te overzien. Toch? 43 punten maar, en dat op een deelnemersveld van 41…